Hoe breid je als uitzendbureau je flexibele personeelsbestand uit?

Als arbeidsbemiddelaar is een van de aspecten van je werk het vergroten van je flexpool. Waar moet je op letten?

Heb je een uitzendbureau of bemiddelingsbureau maar heb je nog geen flexpool? En twijfel je nog steeds of je er een moet starten? Bekijk dan deze vier redenen om te zien waarom je tegenwoordig echt niet meer zonder kunt. Zodra u kandidaten op flexibele basis bij klanten plaatst, ontvangt u meer aanvragen. Het is dus hoog tijd om je flexpool verder uit te breiden.

Hoe doe je dat?

‍

1. Breid je aanbod uit

Wanneer je net begint met je flexpool, is het verstandig om een specifieke niche te kiezen. Namelijk een specifieke branche en werkgebied. Immers, hoe meer variabelen je toevoegt, bijvoorbeeld rollen of geografische locaties, hoe moeilijker het wordt om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Het is gewoon uitdagender om een Level 3 Caregiver te bieden in Amsterdam en tegelijkertijd een Level 5 Caregiver beschikbaar te hebben in Leeuwarden. Vraag en aanbod aan het werk krijgen is het lastigste. Daarom raden we aan om klein te beginnen en later variabelen toe te voegen. Als je eenmaal een flexpool hebt met een grote groep flexibele werknemers en tevreden klanten, ben je op de goede weg en kun je het aantal variabelen uitbreiden.

‍

2. Wil je altijd 100% levering garanderen?

Klanten sturen hun aanvragen vaak naar meerdere bureaus tegelijk, waardoor de kans groter is dat een dienst wordt vervuld. Voor jou als bureau is dit lastig. Je moet mensen benaderen, en als iemand positief reageert, moet je nog steeds afwachten of de opdracht van jou is of dat iemand anders jou verslaat. Je kunt proberen exclusiviteit te verkrijgen, zodat je bijvoorbeeld twee weken voorsprong hebt op je concurrentie. Maar wil je altijd 100% levering garanderen, of is het verstandiger om wat voorzichtiger te zijn?

We kennen de eigenaar van een bureau die bewust streeft naar 80%. Hij heeft een deal met een instelling waardoor hij drie weken voorsprong heeft op zijn concurrenten. Toch vervult hij „slechts” 80% van de diensten voor die instelling. De resterende 20% vult hij elders in. Zijn redenering: „Als ze eenmaal gewend zijn dat ik bij die instelling 100% vul, verwachten ze dat elke keer weer. Om die verwachtingen duidelijk te houden en hen te laten weten dat ik niet altijd aan alles kan voldoen, kies ik ervoor om bij die 80% te blijven.” Stel jezelf dus de vraag: wil ik hemel en aarde bewegen om elke keer die 100% te bereiken, of past een lager percentage beter bij mij?

‍

3. Afspraken maken

Probeer afspraken te maken met klanten. Het hoeven niet altijd exclusieve overeenkomsten te zijn, waardoor je een voorsprong hebt op de concurrentie. Het kan ook een afspraak zijn over het aantal te leveren personen in een bepaalde periode. We hebben bijvoorbeeld een klant van een bemiddelingsbureau met een jaarcontract met een klant waarbij ze wekelijks kandidaten ter beschikking stellen. Dit geeft het bureau de tijd om deze kandidaten te vinden en eventueel op te leiden, en de flexwerkers hebben wat meer werkzekerheid. Op wekelijkse basis zijn het nog steeds allemaal afzonderlijke diensten, maar op de lange termijn kun je het zien als een vaste pool voor die specifieke klant. Dit soort deals geven u de tijd om te werven en uw kosten terug te verdienen.

‍

4. Omzet voorkomen

Als je eenmaal een mooie pool van waardevolle flexwerkers hebt opgebouwd, wil je natuurlijk niet dat ze via de achterdeur verdwijnen. Door positieve feedback te geven en je waardering te uiten, vergroot je de betrokkenheid van de flexwerkers. Hoewel flexibiliteit het nieuwe modewoord is, willen flexibele werknemers ook trots zijn op hun werk en gemotiveerd zijn om dat te doen. Zorg daarom voor oprechte waardering, een gevoel van autonomie en het gevoel van toegevoegde waarde. Als je je flexpool goed beheert, krijg je daar betrokkenheid voor terug, van je flexwerkers en dus ook van de klanten.

‍